Verbondenheid over de eeuwen heen Verbondenheid over de eeuwen heen
Verbondenheid over de eeuwen heen
Op 18 oktober was ik aanwezig bij het Leerhuis in De Goede Herder. Die avond, geleid door dr. Arie Kooijman, spraken we over Augustinus. Deze filosoof en kerkvader leefde in de vierde eeuw. Hij werd geboren in Noord-Afrika in de streek van het Rifgebergte. Hij werd christen en liet zich dopen als dertiger. Hij werd gegrepen door God zelf. We lazen samen teksten uit één van zijn boeken, de Confessiones. Dat Latijnse woord betekent belijdenissen, zowel als bekentenissen.

Hij schrijft: ”Heer ik wil u zoeken met mijn roepen en u inroepen met mijn geloof in u, want u bent mij verkondigd. Heer, tot u roept het geloof dat u mij hebt gegeven, dat u mij hebt ingegeven door de mensheid van uw Zoon, door de dienst van uw verkondiger.”

Er is iemand geweest die hem over God verteld heeft: de verkondiger. Daardoor is hij gaan geloven. Ook het menszijn van Gods Zoon heeft hem het geloof ingegeven, omdat degene die hem over God verteld heeft, hem ook over Jezus en zijn leven als mens hier op aarde heeft verteld.

Verder schrijft Augustinus:” Maar hoe moet ik mijn Heer en mijn God dan inroepen? Hem inroepen wil toch zeggen hem bij mij binnenroepen? Is er dan een plek in mij waar mijn God bij mij binnen kan komen? Waar God, de schepper van hemel en aarde, bij mij binnen kan komen? Is er dan iets in mij, Heer mijn God, dat u omvatten kan?”

Later in zijn leven beschrijft Augustinus hoe hij, samen met zijn moeder, een visioen krijgt over het wezen van God: ”In ons innerlijk gingen we nog hogerop en overdachten en bespraken en bewonderden uw werken. We gingen binnen in onze geest en overstegen die en kwamen in het land van onuitputtelijke overvloed.” … “Het leven daar is de wijsheid door wie alles tot stand komt wat is, wat geweest is en wat zal zijn. Zelf is zij niet in wording. Ze is zoals ze was en altijd zal zijn, want in haar is geen geweest zijn of zullen zijn. In haar is er alleen zijn, want ze is eeuwig. En geweest zijn is niet eeuwig, zoals ook zullen zijn niet eeuwig is. En terwijl wij over deze wijsheid praatten en naar haar verlangden, raakten wij haar heel even aan, met een volle slag van ons hart”.

Zelf werd ik bijzonder aangesproken door deze zinnen. Ik voelde me, over al de tussenliggende eeuwen heen, verbonden met deze Augustinus. Ik voelde zijn opgeschreven ervaringen diep met hem mee. We zijn zielsverwant. Onze zielen raken aan elkaar.

Hoe is dat mogelijk? Ik geloof dat onze Heer het, door middel van zijn Geest, mogelijk maakt om met ons diepste wezen contact te maken. Zijn Geest, die ook in ons is. Zo kunnen we elkaar aanvoelen en aanraken en ervaren. Zo kunnen we ons gekend voelen. Zo kunnen we ons geliefd voelen. Ik ben er diep van onder de indruk dat Augustinus en ik, levend in zulke verschillende tijden en afkomstig uit zulke verschillende achtergronden, elkaar nu nog zo na kunnen zijn. Wat hij toen geschreven heeft geeft mij, nu nog, meer visie op de Heer. Het menszijn van zijn Zoon wijst mij op de zin van mijn leven en inspireert mij van dag tot dag.

Wat mij ook enorm aanspreekt is dat Augustinus geen vastomlijnd beeld schetst van de Heer, onze God. Hij is de wijsheid door wie alles tot stand komt wat is, wat geweest is en wat zal zijn. Dat doet mij heel sterk denken aan het begin van het Johannesevangelie: ”In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.”

Deze manier van over God spreken geeft ruimte aan gelovigen van verschillende komaf elkaar te vinden en hun God samen te eren.

Pollyanna Nienhuis-Buma
 
terug